“Ik moet kunnen blijven dromen”


 

Wat zeg je tegen iemand die wil deelnemen aan de Spartathlon, een non-stoploopwedstrijd van 246 kilometer? Goed gek, zeker? Toch is dat wat Olivier Verhaege gedaan heeft in 2016. Drie dagen later zat hij als vanouds opnieuw btw- en belastingaangiftes in te dienen. Met de ervaringen uit de Spartathlon motiveert hij (toekomstige) ondernemers om een groter doel te bereiken.


De gelijkenis tussen de voorbereiding van deze legendarische wedstrijd en de opstart van een eigen onderneming is treffend. Een doel stellen, kleine stapjes nemen, de nodige investeringen doen, tijdschema’s maken en tussentijds evalueren. Olivier zocht en vond de ideale coach om zijn droom te helpen verwezenlijken. Net zoals in de sport, heb je als ondernemer ook een coach nodig. Een rol, die je misschien als accountant kunt opnemen.


Eind 2019 namen Olivier en zijn mama, Jenny Latomme, hun intrek in een volledig nieuw en modern kantoor in het Oost-Vlaamse Lievegem. De binnenhuisarchitect moest in het kantoor eerst de douche inplannen. Verlafisc werd in 2004 door Jenny opgericht. Na enkele omzwervingen bij EY, PwC, Vandelanotte, Deloitte en Decathlon kwam Olivier in 2014 het accountantskantoor versterken.




Hoe heb je, als accountantskantoor, het voorbije coronajaar beleefd?

“Omdat er in 2020 twee coronagolven waren, kan ik goed vergelijken. De eerste periode vond ik nogal hectisch. je wist niet wat er ging gebeuren. Ik dacht dat de impact redelijk beperkt ging zijn, maar al snel besef je dat het veel langer gaat duren dan verwacht.


Je merkt dat in moeilijke tijden de accountant toch het eerste aanspreekpunt is. We hebben getracht de klanten bij te staan bij het aanvragen van de steunmaatregelen. Voor het kantoor zelf was het wel een aangename periode. Al bij al was het minder druk.


De tweede lockdown periode was minder aangenaam. De aaneenschakeling van deadlines waren daar niet vreemd aan. In een crisisperiode leer je nog beter je klanten kennen. De pur sang ondernemer gaat op zoek naar opportuniteiten. Een andere groep van ondernemers legt zich nogal gemakkelijk bij de situatie neer. Ze zien wel hoe ze de periode overbruggen en hopen daarna weer de draad op te nemen. Het spreekt voor zich dat ik het veel uitdagender vind die eerste categorie te helpen.”




Je startte je loopbaan bij EY, één van de Big 4. Een droom als prille twintiger?

“Toen wel. Tijdens het laatste academiejaar word je al snel gecontacteerd door de Big 4. Dan denk je dat je broodje gebakken is. Het leek een logische stap na dat masterjaar fiscaliteit. Bij de start zit je precies in de sinterklaasperiode. Auto, tankkaart en nog zoveel meer. Zes maanden later ben ik dan naar PwC overgestapt. Als ik erop terugkijk moet ik toegeven dat dit niet mijn leukste werkervaringen waren. De job was niet op mijn lijf geschreven.”




Is het voor een kleiner kantoor moeilijk om pas afgestudeerden te bereiken, als de Big 4-accountanskantoren zo prominent in beeld komen aan de universiteit of hogeschool?

“Ja, heel moeilijk. Ze pakken de ‘grootste’ vissen uit de vijver, omdat ze ook ‘het beste’ kunnen bieden. Je wordt verblind door het aanbod. De kans dat iemand op die leeftijd bewust kiest om te starten in een klein kantoor is minder groot.


We zijn trouwens met ons kantoor reeds enkele maanden op zoek naar iemand die ons team kan komen versterken. Tijdens de voorbije weken hebben we al noodgedwongen mooie opportuniteiten moeten weigeren, gewoon omdat we het niet meer kunnen bolwerken. Zonde.”




Na een korte passage bij Vandelanotte ben je dan bij Deloitte terecht gekomen.

“Bij Deloitte voelde ik mij wel supergoed. Ik verzorgde de opleidingen voor de nieuwkomers. Fantastisch om te doen. Tien maanden later polste mijn beste vriend, die op de juridische afdeling van Decathlon werkte, of ik geen zin had om ook daar te komen werken. Ik heb de sprong gewaagd, zeker nadat Guy Decoene, partner bij Deloitte en toch wel een soort vaderfiguur, me verzekerde dat ik mocht terugkeren. Hij voelde onmiddellijk aan dat ik misschien net iets te impulsief handelde.”




Decathlon, van een carrièreswitch gesproken. Wat heb je hier geleerd?

“Ik ben hier als winkelmanager op de afdeling ‘lopen en wandelen’ begonnen. Het is bij Decathlon dat ik die klantgerichtheid verder ontwikkeld heb. Zij hebben een sterke visie op de toekomst. De manier waarop zij producten maken en verkopen is geniaal. Als je wil beginnen met een bepaalde sport, dan ga je eerst naar Decathlon. De instapkost is niet groot en de producten zijn heel kwalitatief.


Uiteindelijk heb ik het hier geschopt tot sportief directeur van de loopafdeling van alle vestigingen in de Benelux. Toen ik hier een nieuwe baas kreeg, kwam een einde aan een zeer leuke periode. Jammer genoeg klikte het niet. En ik had toen niet de carrièreswitch gemaakt om een job uit te oefenen waarbij ik me niet goed in mijn vel voelde op het werk.”




En zo ben je in 2014 in het kantoor van je moeder beland?

“Ofwel bleef ik in de sportwereld hangen, ofwel ging ik iets doen waarvoor ik gestudeerd had. Twee dagen per week werkte ik in het kantoor van mijn moeder en de andere dagen was ik actief bij Sportscontrol, een bedrijf dat gespecialiseerd is in sportvoeding. Een topproduct voor vele topatleten.


Ik had de intentie om dit bedrijf, samen met een goede vriend uit mijn Decathlon-periode, verder te zetten. De huidige CEO wilde echter haar kindje niet uit handen geven. Voor mij was dat het signaal om Verlafisc verder te laten groeien. De stap naar het kantoor van mijn moeder is dan ook op het juiste moment genomen.”




Wat is de rolverdeling in het kantoor tussen jullie beiden?

“In 2014 had Verlafisc 96 klanten. Ik deed vooral het advieswerk en mijn moeder het boekhoudkundige, maar eigenlijk liep dat door elkaar. De klanten van het eerste uur hadden een vertrouwensband met mijn moeder, niet met mij. Geleidelijk aan is die band met de klanten gegroeid.


We werken nu zeven jaar samen en bedienen ondertussen ongeveer 220 klanten. Gelukkig hebben we daarbij ook de steun van Karen en Perrine, onze twee onvervangbare medewerksters. Maar de finale afwerking van een dossier ligt bij mijn moeder en mezelf en dat is voor ons beiden toch een beetje teveel aan het worden.”




In de voorbereiding naar de Spartathlon heb je beroep gedaan op Dominic De Caluwé, een professionele trainingsadviseur. Wat heb je van hem opgestoken? Ik kan me voorstellen dat je die begeleiding ook kan doortrekken naar de ondernemerswereld?

“Dominic kon naar mij kijken op een manier dat ik zelf niet meer zag. Ik liep al zes jaar vooraleer ik met de voorbereiding van de Spartathlon startte en dacht dat ik het allemaal wel alleen kon. Niet dus.


Je hebt die objectieve derde partij nodig. Iemand die met een nuchtere blik naar de zaken kijkt en durft te zeggen waar het op staat.

Olivier Verhaeghe

Dat is eigenlijk in het kantoor niet anders. Je moet ook aan je klanten durven zeggen wat niet werkt en aanduiden waar en wanneer het fout liep, om dan samen op zoek te gaan naar een oplossing.”




In de aanloop naar de Spartathlon liep je in die 2 jaar meer dan 11.000 km. Wat heb je gemist in die jaren?

“Op dat moment voelde ik niet dat ik iets aan het missen was, omdat ik maar één doel had. Ik kan me geweldig focussen als ik iets wil. En nu kan ik zeggen dat wat ik heb teruggekregen onbetaalbaar is.


Ondernemen is geen zekerheid. Als ik het niet zou gehaald hebben, dan zou dit op mentaal vlak toch een serieuze impact gehad hebben. Je bent dan half in de dertig, zonder partner, zonder gezin. De jaren vliegen zo voorbij, als je dat grote doel nastreeft. Voor ondernemers is dat niet anders. Dat doel is belangrijk, maar de weg er naartoe evenzeer.”




Hebben ondernemers ook een horizon van twee jaar?

“Te weinig. Ik merk dat klanten, die het snelst groeien, wel een plan hebben voor de komende twee jaar. Veel zelfstandigen, die al een tijdje bezig zijn, blijven echter hangen bij wat ze nu doen.


Als je een doel stelt op langere termijn -en niet van wat gaan we dit jaar doen- dan groei je ergens naartoe. En misschien is die twee jaar nog te kort, vijf jaar is beter.


Ik kijk ook altijd vooruit. Ik weet wat ik met het kantoor en op sportief vlak wil bereiken tegen 2024. De uitdaging is om het nu en volgend jaar goed te doen, maar ook om die weg richting 2024 te blijven bewandelen.”




Stel dat ik met een idee de hele wereld wil veroveren. Ga je daarin mee als accountant?

“Ik voel wel aan hoe iemand in elkaar steekt. Het begint met een droom. Maar dan zit je misschien vast. Ik ben als accountant ook wel voorzichtig. Uiteraard moet je na de droom ook een plan kunnen opmaken en van daaruit stap één zetten.


Je hebt dromers en sommigen moeten die droom ook behouden. Die mogen ook niet naar die droom werken, want eenmaal die droom bereikt is, valt alles weg.


Voor sommige mensen is het ook leuk dat die droom een droom blijft, want ze durven toch niet springen. Op zich is daar niks mis mee. Het is belangrijk dat je jezelf kent en gaat voor wat je zelf echt wil.”




Algemeen wordt aangenomen dat de prijzen van accountantskantoren onder druk komen te staan, zeker nu heel wat standaardwerk geautomatiseerd wordt. Wordt het als accountant in de toekomst moeilijk om advies te verkopen?

“Zeer zeker. Vandaag verrichten wij heel wat werk, waarvan de klant weinig meerwaarde ervaart. Maar hij weet wel dat je bijvoorbeeld een btw-aangifte moet doen en dat daar een bepaalde kost tegenover staat.


Advies doorrekenen blijft vandaag, zeker voor een kleiner kantoor, vaak moeilijk. Terwijl net daar voor de klant het grootste fiscaal voordeel en dus de grootste financiële besparing zit.


Het wordt een uitdaging voor een boekhoudkantoor om over onze rol in de toekomst na te denken. Maar dat de focus minder op het administratieve luik komt te liggen is een zekerheid en kan ik enkel toejuichen.”




Klanten zijn ook veel kritischer geworden, niet?

“Klanten zien nu veel meer dan vroeger, omdat het boekhoudpakket toegankelijker geworden is. Ze sturen een factuur door en verwachten dat die de dag zelf wordt verwerkt en dat er een up-to-date resultaat zichtbaar is. Dat zorgt voor extra druk.


De manier waarop je een accountantskantoor leidt, is dan ook sterk geëvolueerd. Met het zuiver inboeken van facturen ga je nog weinig het onderscheid kunnen maken in de toekomst. Klanten vragen nu al om de factuur te verminderen, nu zij zelf alle facturen inscannen en er dus vanuit gaan dat de administratieve last minder zwaar wordt. Zij vergeten dat wij die boekingen nog wel moeten controleren. Maar het klopt, we gaan meer tijd krijgen om te adviseren. Dat is ook wat ik het liefste doe. Wil je niet betalen voor advies, dan moet de klant maar naar een goedkopere accountant overstappen, die enkel facturen inboekt.


Het is van belang om een duidelijke visie te hebben. Voor welke klant wil je werken? Ik werk liever voor minder klanten die willen groeien en samenwerken dan voor dubbel zo veel waarvan de helft enkel bezig is met onze factuur en het feit dat ze te veel belastingen betalen.”


Langeafstandslopen is een bijberoep, waar toch een groot gedeelte van je tijd naartoe gaat. Stel dat je deze passie niet zou gehad hebben, hoe zou het kantoor er dan uitgezien hebben?

“Moest ik die hobby niet gehad hebben, dan zou ik waarschijnlijk veel meer tijd hebben doorgebracht op kantoor en was het nu misschien een stuk groter.


De vraag is of je daar gelukkiger van wordt? Maar eerlijk, de kans is groot dat ik mij dan op totaal iets anders zou gesmeten hebben, toneel spelen of fietsen. Ik heb die afwisseling nodig om goed te zijn in mijn job. Het lopen houdt me trouwens in balans.”




Een ander zijsprongetje zijn de lezingen die je geeft, waarbij je de voorbereiding van de Spartathlon koppelt aan ondernemerschap.

“De insteek is bijna gelijk, je begint met een bijna onbereikbaar doel. Als je zegt dat je ondernemer wilt worden, dan klinkt dat al niet gemakkelijk. Als je iemand vertelt dat je 246 km non-stop gaat lopen, dan klinkt dat haast onmogelijk.


Je moet heel hard trainen om zo’n doel te bereiken. Als zelfstandige moet je hard willen werken, anders begin je er beter niet aan. Ik kon ook niet goed lopen, want ik was een voetballer. En geloof me, vaak lopen die niet graag. Ik was geen uitzondering. Ik vond lange tijd lopen de meest nutteloze sport ter wereld. Maar dan denk je, ik kan misschien niet zo goed lopen, maar ik zou het verdomd zo graag willen kunnen.


Talent is minder belangrijk. Ik ben ook geen talentvolle loper. Er zijn veel mensen die veel beter lopen dan mij. Maar, als je iets graag wil, dan doe je het vaker en lukt het ook beter.”




Wat zou je ervan vinden om samen eens iets op te zetten om accountants in beweging te krijgen?

“Ja, dat zie ik volledig zitten. Wij zijn één van de beroepen die het meeste aantal uren vastgekluisterd zitten aan hun bureaustoel.


Een Ekiden zou een mooie formule kunnen zijn. Dit is een aflossingsmarathon met een team van zes lopers die samen 42,195 km afleggen. Een haalbare kaart, voor elk accountantskantoor.


Het draait uiteraard ook niet alleen om die ene dag. De voorbereiding vooraf is minstens even plezant. Je kan met het kantoor wekelijks eens een halfuurtje onder de middag gaan lopen. Ideaal voor de teamgeest. De niet-lopers komen de dag zelf supporteren of volgen met de fiets.


Maar laat me eerst mijn volgend groot project van 2021 afwerken. Daarvoor loop ik nu sinds mei 400 kilometer per maand. En ik ben nog niet halverwege. Pittig, ja. Maar ik moet kunnen blijven dromen.”



Danny De Pourcq





Win één van de vijf gesigneerde boeken van Olivier Verhaege ‘Het hoofd weegt zwaarder dan de benen’

In de zomer van 2014 besluit Olivier Verhaege deel te nemen aan de Spartathlon van 2016, een legendarische non-stoploopwedstrijd van 246 kilometer van Athene naar Sparta. Na een maand voorbereiding begint het hem te dagen: het zal vooral een training van het hoofd worden, eerder dan van de benen. Want hoe bereik je een bijna onbereikbaar doel als je geen geboren atleet bent en werk en liefde niet op wilt geven? 'Door je hoofd sterker te maken dan je benen', zegt Olivier. Daarom begint hij een dagboek bij te houden. 'Het is mijn logboek,' schrijft hij, 'van de fysieke voorbereiding, maar vooral van de mentale weg. Het is de neerslag van het weerwerk in mijn hoofd, op weg naar elk nieuw doel.' Het hoofd weegt zwaarder dan de benen is een boek dat elke hardloper zal inspireren, of die nu traint voor een ultraloop of voor de eerste keer vijf kilometer. Op meeslepende wijze vertelt Olivier Verhaege niet alleen over hardlopen, maar bovenal over het realiseren van een plan en het integreren van een passie in je leven. Life is a marathon, not a sprint.